Er gaat bijna geen dag voorbij of we krijgen te horen dat Depot Noord zo’n gaaf pand is. Mensen zijn vol lof over de inrichting, de indeling van de ruimtes, de eclectische stijl en de materialen die wij gebruiken om een vergaderplek in Rotterdam te creëren. Toch is er bij de verbouwing geen peperdure stylist aan te pas gekomen, wel een interieurarchitect, maar haar adviezen sloegen we met regelmaat in de wind! Toen wij de sleutel van de oude bakkersfabriek kregen was de binnenkant niet meer dat vier natte muren en een lekkend dak. De opdracht aan de binnenhuisarchitect was een modern en licht interieur te ontwerpen. Er kwamen strakke grote ramen, stalen kozijnen en betonnen vloeren. Het moest een uitstraling hebben die je in musea tegenkomt. De ruimte moest imponeren. Zelf zijn wij aan de strakke, witte units klassieke elementen toe gaan voegen zoals een oude visgratenvloer die decennialang dienst had gedaan in een overheidspand, een toog uit een Frans café en een archiefkast uit een Bretons klooster. Omdat het pand kaal werd opgeleverd waren er ook geen deuren meer in. Daar hebben wij lang naar gezocht. Uiteindelijk kwamen we bij een uitdragerij in een voorstadje van Antwerpen terecht en daar hadden wij de keuze uit duizenden deuren. Op een gegeven moment tolde het voor onze ogen. De keuze is toen gevallen op grenen deuren waar van boven tot aan de deurklink een paneel in stak met geëtste pauwen. Het aardige is dat we het rolluik waarmee je binnenkwam weggehaald hebben en vervangen hebben door gevangenisdeuren, ergens uit het Oostblok, waarschijnlijk Roemenië of Bulgarije. Die waren met lood bekleed en toen pas realiseerden we dat de uitdrukking ‘loodzwaar’ daarvandaan komt. Met geen mogelijkheid krijg je die deuren open. De combinatie van klassiek en modern spreekt veel mensen aan. Je hoeft geen dure designerspullen te kopen om een interieur gaaf te maken, maar je moet wel verschillende stijlen durven combineren!
|